Jan van Eyck


 

Jan van Eyck

- Als ich can  -

Inhoudstafel

 

1.    Intro


2.    Biografie

3.    Werkwijze

4.    De Vlaamse Primitieven

5.    Oeuvre

 

6.    Bibliografie

 


 

Intro

 

Als wiki voor het vak Kunst & Cultuur bespreken wij, Lars De Sloover en Ninya Vanderyse, Jan van Eyck.

Naar aanleiding van onder andere een recent uitgezonden reportage op Canvas, kozen wij voor deze Vlaamse Primitieveling, Jan van Eyck, de schilder met een oog voor detail.

 


Biografie

 

Jan Van Eyck is volgens de traditie in het Limburgse Maaseik geboren. Dit is echter geen vaststaand feit, zijn familienaam Van Eyck zou eventueel verwijzen naar de stad Maaseik.

Net als zijn geboorteplaats, is men ook twijfelachtig omtrent zijn geboortedatum. Men vermoedt dat hij omstreeks 1390 voor het eerst het levenslicht gezien zou hebben. De schatting van zijn geboortejaar is gebaseerd op veel latere biografische gegevens.

Karel van Mander, schrijver en kunstschilder, vermeldt in zijn Schilderboeck over de gebroeders Van Eyck dat Hubert (de oudere broer van Jan) al in 1366 geboren zou zijn.

Jan Van Eyck was naast schilder ook kamerdienaar van Jan van Beieren, de graaf van Holland en Zeeland en prins-bisschop van Luik.

Toen Van Eycks beschermheer het leven liet, trad Jan Van Eyck op 19 mei 1425 in dienst bij hertog Filips de Goede.

Van Eyck, die ook een reputatie genoot als avonturier, werd door de hertog in augustus van het jaar 1426 betaald om een pelgrimstocht en een geheime missie te volbrengen. Deze betalingen waren mogelijk te wijten aan het feit dat Filips de Goede  deelnam aan een gezantschap naar Valencia. Filips de Goede had als bedoeling om door middel van dit gezantschap zichzelf te koppelen aan Isabella van Urgel, de Portugese koningsdochter.

De onderhandelingen in Valencia mislukten en Filips de Goede stuurde van Eyck op een nieuwe missie naar Portugal om daar opnieuw de hand van Isabella vragen. Tijdens zijn zending schilderde van Eyck twee portretten van Isabella en één van koning João.

Het verblijf van Jan van Eyck in het zuiden is waarschijnlijk één van de redenen waarom er zoveel belangstelling kwam bij de vorsten en edelen voor de Vlaamse kunst.

Jan van Eyck maakte ook enkele geheime reizen naar niet-gekerstende landen, waarschijnlijk hielden deze reizen verband met de plannen voor een kruistocht, die Filips de Goede in gedachten had. Tijdens deze reizen kreeg van Eyck de opdracht om de door de Moren bezette gebieden te verkennen en ze op kaart te brengen. Veel is er niet bekend over deze geheime zendingen. We kunnen wel vaststellen dat van Eyck naast zijn bijzondere schilderstalenten ook zeer goede capaciteiten had als bemiddelaar en spion voor Bourgondische Rijk.

Jan van Eyck kreeg uiteindelijk genoeg van alle missies, in 1432 kocht hij een huis in Brugge om in alle rust en stilte te kunnen schilderen en huwde hij met een zekere Margaretha. Twee jaar later, in 1434 krijgen Jan en zijn echtgenote een kind. Van Eyck stierf op 19 juli 1441 in Brugge. Het tijdstip van zijn overlijden heeft men kunnen afleiden uit een rekening voor de begrafenisplechtigheden die opgemaakt werd op 23 juli 1441.

Jan van Eyck werd begraven in de kloostertuin naast de Sint-Donaaskerk te Brugge. Omwille van zijn familiale banden met de hertog kreeg van Eyck de eer om in de kloostertuin begraven te worden. Een jaar later zorgde zijn broer Lambert van Eyck – jawel er is nog een derde gebroede van Eyck – ervoor dat het graf binnenin de kerk geplaatst werd.


'De man met de rode tulband' alias Jan van Eyck 

 


Werkwijze

 

 

Jan van Eyck werkte altijd op kurkdroge eikenhouten panelen. Deze panelen worden dan in elkaar gezet en ingesmeerd met lijmwater. Daarop volgde het plamuren met een gladde krijtlaag. Als deze krijtlaag hard is, lijkt het paneel op melkwit marmer.

Jan van Eyck heeft de olieverf niet uitgevonden maar revolutionair verbeterd. Olieverf verdonkert, vergeelt, of barst na verloop van tijd. Van Eycks olieverf blijft  echter kleurvast, glanzend en heeft bijna geen barstjes. Van Eyck vond namelijk een nieuw soort emulsieverf uit, op basis van gekookte loodolie, eieren en terpentijn. Het ei voorkomt het bruin worden en bezorgt de verf een smeuïge soepelheid. Het lood en het terpentijn zorgen ervoor dat de verf verdunt waardoor het snel droogt.

Met zijn ‘nieuwe’ olieverf bouwt van Eyck zijn schilderijen op in lagen. Wanneer de schilder aan zijn kunstwerk begint schetst hij de tekening met zwarte waterverf op de plamuurlaag. Daarop schildert hij de eerste doorschijnende lagen met zachte penselen. Daarna werkt hij planmatig verder. De boventonen volgen, dat is de figuratieve afwerking. Deze worden met vaste tekenhand geschilderd. Tenslotte worden als afwerking de lichtste tonen geschilderd. Na het opdrogen krijgen je het uitzicht van glanzend email. Dat komt omdat het licht doorschijnt tot op de witte krijtlaag. Op deze krijtlaag keert het licht als het ware doorheen de kleuren terug naar buiten. Hierdoor krijgt het schilderij een uitzonderlijk frisheid en lichtkracht.

 

 

In dit harnasfragment heeft Van Eyck op de krijtlaag doorschijnende lagen aangebracht, die resulteren in de basiskleur van metaal. Daarop volgen de donkere toetsen, dit kan men duidelijk waarnemen in de plooien van het harnas. Op het harnas zijn ook lange witte lijnen geschilderd, die roepen de lichtreflecties op. De bruine riem werpt ook een schaduw of op het borststuk. Op het borststuk zorgen het witblauwe en het ivoorwitte, gele, okeren en rode kleuren voor een evenwicht tussen koude en warme kleuren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De driedimensionale uitwerking kan worden uitgebeeld door een grafische oplossing, dat is overwegend met lijnen of met een picturale oplossing, dat is overwegend met punten of een sculpturale oplossing, dat is overwegend met vlakken. Bij de meeste schilders domineert een van deze drie oplossingen. Maar bij van Eyck is het buitengewone precies dat hij het picturale, grafische en sculpturale principe zeer gelijkwaardig en bijzonder goed met elkaar combineert, in onderling perfect evenwicht.

 

 


De Vlaamse Primitieven

 

 

De Vlaamse Primitieven is de naam die gegeven wordt aan een groep schilders die in de 15e en de 16e eeuw werkzaam waren in de Zuidelijke Nederlanden. Tot die groep schilders behoorden onder andere Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Hans Memling.

In de 15e en 16e eeuw werden kunstschilders in het Bourgondische Rijk zeer hoog in het vaandel gedragen en had het mecenaat een erg belangrijke functie. De verschillende klanten van Jan van Eyck of pakweg Roger van der Weyden gaven daar een goed beeld van: kanunniken, bankiers, koopmannen, kanseliers, belastingsontvangers, secretarissen etc..

Dit systeem met mecenassen (welgestelde personen die voor de financiële steun van kunstenaars instaan) kwam niet ten goede van vrije denkers die het sociale spel liever niet mee speelden.

Opvallend aan deze periode is dat de schilders niet op hun eentje werkten, ze stonden aan het hoofd van een atelier. Dit atelier bestond uit een woonhuis voor het gezin van de meester-schilder  en zijn personeel, een werkruimte en een verkoopruimte. De meester gaf zijn leerlingen onderdak, voedsel en een vier jaar durende opleiding. Het was niet uitzonderlijk dat twee meesters samen een atelier deelden. Zo zijn het merendeel van de Vlaamse schilderijen een coproductie, waarvan het toeschrijven aan een bepaalde schilder niet eenvoudig is.

 

Het gebruik van de olieverf (zie vorig deel: werkwijze) verklaart de grote bloei van de vele portretschilderijen in Vlaanderen. Geen enkele andere school in de 15e eeuw slaagde er namelijk zo goed in om de psychische diepten van een gezicht, de complexiteit van gelaatstrekken en het vormgeven van het hoofd in licht en schaduw uit te drukken.

 

De nieuwe, revolutionaire Vlaamse schilderstijl breekt zonder enige overgang met de traditionele die in 1400 in alle kunstdisciplines overheerste. 

 

 


Oeuvre

Het Lam Gods

 

 

Inleiding

 

Het Lam Gods is een altaarstuk of retabel waarin de verering van het lam Gods het thema is. Het werk bestaat uit eikenhouten panelen die met olieverf beschilderd zijn.

Van Eyck is een universeel genie, hij uit zich drievoudig: als natuurwonder, als synthese van zijn tijd en als boodschapper van alle tijden. Men vermeldt dat zijn broer Hubert in 1420 het werk begon en Jan van Eyck het voltooide.

Het Lam Gods is een meesterwerk van de Vlaamse Primitieven. Het werk heeft echter een bewogen geschiedenis achter de rug. Sommige van de panelen werden ooit verkocht of ontvreemd. Het is ook meer dan een eeuw in Duitsland ondergebracht. Maar dankzij het Verdrag van Versailles in 1919 keerde het terug naar de Sint-Baafskathedraal.

Van Eyck legt in zijn kunst geen eigen gevoelens, maar in de objectivering van zijn kunst nodigt hij de toeschouwer uit om, bevrijd van zijn eigen gevoelens, mee te gaan in het hogere. Het Lam Gods wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Noordelijke renaissance.

 

De opdracht

 

In het jaar 1420 begon Hubert van Eyck aan het Lam Gods . De toenmalige kerkmeester Joos Vijd en zijn echtgenote Elisabeth Borluut wilden het werk als een schenking geven aan de toenmalige Sint-Janskerk, nu de Sint-Baafskathedraal.

Het werk werd voltooid in 1432 door Jan van Eyck.

 

 

Locatie

 

Vanaf het jaar 1432 bevond het veelluik zich in de Vijdkapel. Maar in 1986 werd het verplaatst naar de doopkapel om veiligheidsredenen maar ook door de toeristische toeloop. Daar staat het nu achter glas, altijd geopend. Deze opstelling zorgt natuurlijk voor veranderingen. Bijvoorbeeld, de engel Gabriël en Maria en de overige figuren verwijzen niet meer naar elkaar, omdat ze naar buiten zijn gedraaid. Ook de belichting laat de wensen over.

 

 

De eenheid van het luik

 

Eén iets is zeer opmerkelijk aan het schilderij, alle figuren zijn geschilderd in functie van de lichtinval door de glasramen van de Vijdkapel. De overige figuren, die met hun rug naar de lichtbron staan, vertonen natuurlijk deze glans niet maar krijgen een soort corresponderende slagschaduw.

Een ander belangrijk argument voor de eenheid van het veelluik is de harmonische samenhang in de opbouw en in de stralende kleurenpracht. In het geopende retabel worden de onderste panelen verbonden door de horizon. Dit is een horizontale lijn die door alle vijf de panelen doorloopt. Hierdoor kan je alle afbeeldingen in vogelvluchtperspectief bekijken. Dit allemaal duidt aan dat het retabel met zijn twintig panelen een eenheid vormt.

 

 

 

Het geopende retabel

 

Als je het veelluik in één oogopslag ziet, ervaar je meteen de tegenstelling tussen oosterse monumentaliteit en westerse lichamelijkheid.

Onderste panelen 

De onderste panelen tonen links en rechts de rechtvaardige rechters, de ridders van Christus, de kluizenaars en de pelgrims op bedevaart. Al deze figuren zijn op weg naar de aanbidding van het Lam. Onderaan, op het middenpaneel zie je de aanbidding van het Lam.

In het middenpaneel zijn de vertegenwoordigers van het Oude Testament, de patriarchen en de profeten afgebeeld onderaan links met een boek in de hand waarin zij de komst van de verlosser voorspelden. Achter hen staan gelukzalige heidense figuren. De man met het witte gewaad en de lauwerkrans is Vergilius, de Christenen sloegen Vergilius hoog aan en bleven hem lezen. Dit is ook de reden waarom Vergilius voorkomt in het schilderij van Van Eyck. Rechts onderaan ziet men dan de apostelen afgebeeld en achter hen staan de heilige leiders van de kerk. Ze zijn allen in het rood gekleed , dit is een teken van hun martelaarschap. In het middenpaneel verschijnt de Heilige Geest onder de vorm van een duif. De heilige geest verspreidt over de gehele gemeenschap de gouden stralen van de genade.

De fontein is een symbolisch teken van het eeuwige leven en de twaalf gaven van de Heilige Geest.

Bovenaan links staan dan de belijders, ze zijn in het blauw gekleed omdat ze niet aan een marteldood stierven. Bovenaan rechts staan dan de vrouwen met een palm in hun hand, de palm van hun martelaarschap.

Het landschap op de linkerluiken zijn vooral  noordelijk, terwijl de rechterluiken eerder zuiderse trekken vertonen.

Bovenste panelen

 

Op de bovenste panelen van het veelluik kan je Adam en Eva, Maria, Johannes de Doper en Christus (of God, hierover bestaat onzekerheid), zetelend als rechter zien. Al deze figuren speelden een rol in de verlossing van de mensheid volgens de Christelijk leer.

Geheel

Als men het veelluik in één oogopslag ziet, ervaart men meteen de tegenstelling tussen oosterse monumentaliteit en westerse lichamelijkheid. Het kunstwerk laat zich ervaren als een theocentrisch geheel. Van dichtbij is de individualiteit van de figuren sterk aanwezig, maar het individuele wordt deel van het universele in de godaanschouwing. Van ver lijkt het één geheel. In het geopende retabel loopt een denkbeeldige verticale lijn die doorheen de panelen die God de Vader, de Heilige Geest (een duif in een halfrond aureool), het geofferd en bloedend Lam (God de Zoon) achtereenvolgens snijdt, als symbool van de Drievuldigheid. Het geopende retabel staat in uiterste tegenstelling tot de soberheid en de stilte van het gesloten retabel. Het geopende retabel openbaart de glorie des heren.

 

Middenpaneel          Middenpaneel

   Het middenpaneel van het gesloten retabel ,

   die zorgt voor een doorkijk op de stad.


 

Het gesloten retabel

 

Het gesloten retabel bestaat uit twaalf panelen, samengevoegd tot één harmonisch geheel. Het is overwegend geschilderd in grisaille (grauwschildering), oker en bruin. We zien een symmetrische opstelling van 10 figuren, allemaal opgesteld rond twee middenpanelen zonder figuren. Deze twee middenpanelen zorgen voor een doorkijk op de stad.

In het rechtermiddenpaneel kent het retabel zijn rustpunt. Dit is ook volledig in het bruin geschilderd. Het witte vlak in dit middenpaneel treedt op als het magische punt van het gesloten paneel.

Toch opmerkelijk is de Eyckiaanse stijl. De schilder brengt niets nieuws maar hij uit zijn persoonlijk kracht als schilder. Daardoor zijn alle figuren zeer sterk en streng geschilderd. Elk beeld kan afzonderlijk bestaan maar toch vormen ze samen één geheel. Opvallend is dat het schilderij beneden strak begint en naar boven toe sierlijker wordt.

Aan de buitenkanten van de 4 onderste panelen kan men Joos Vijd en Elisabeth Borluut herkennen. In de middelste panelen ziet men Johannes de Doper, de patroon van de kerk en Johannes de evangelist. De onderste panelen zijn ook omgeven door een gotisch kader.

 

 

De kunstroof

 

Het Lam Gods was al heel bekend maar het kreeg nog meer bekendheid na de diefstal van de twee panelen.

Het paneel met Sint Jan De Doper werd vrij snel terugbezorgd, maar het paneel van de Rechtvaardige rechters is tot op heden nog steeds niet teruggevonden. Deze kunstroof leidde tot heel wat zoektochten. De vermoedelijke dader van deze kunstroof is Arsène Goedertier, een wisselagent uit Wetteren. Hij zei op zijn sterfbed aan een goede vriend dat hij als enige wist waar het paneel zich bevind. Er werden inderdaad brieven bij hem gevonden, waarmee hij communiceerde met het bisdom.

Het paneel werd in 1941 vervangen door een kopie, geschilderd door Jef Vanderveken. Hij schilderde toen in het koor der rechters koning Leopold III, om duidelijk te maken dat het om een kopie ging. Jef Vanderveken gebruikte het kopie van Michiel Coxcie. Hij schilderde het schilderij in 1559 voor Filips II van Spanje.

 

Overzicht

 

 

 

1. Adam     1B. Het offer van Kaïn & Abel     2. Zingende Engelen     3. Maria     4. Christus (of God)     5. Johannes de Doper     6. Musicerende Engelen     7. Eva     7B. De Broedermoord van Kaïn op Abel     8.     De Rechtvaardige Rechters     9. De Ridders van Christus     10.     De Aanbidding van het Lam Gods     10A.     Groep Oude Testament     10B.     Groep Nieuwe Testament     10C. De Belijders     10D. De Heilige Vrouwen     10E. Fontein     10F.     Het Lam Gods     11.     De Kluizenaars     12. De Pelgrims     13. De Profeet Zacharias     14. De Sibille van Erythrea     15. De Sibille van Cumae     16. De Profeet Micheas     17. De Engel Gabriël     18. Interieur: doorkijk op een Gentse straat     19. Interieur: lavabo met handdoek     20.     Maria in gebed     21.     Judocus Vyd     22. Johannes de Doper     23. Johannes de Evangelist     24. Lysbette Borluut

 

 

Madonna met kanunnik Joris van der Paele

 

Dit kunstwerk is geschilderd voor kanunnik Joris van der Paele naar aanleiding van de stichting van een eerste kapelanie in de Brugse Sint-Donaaskerk in 1434.

 

In dit schilderij is het realiteitsgehalte, zowel in de behandeling van ruimte, licht en stoffelijkheid, als in de aanwezigheidsgraad van de figuren, adembenemend. Het werk toont ook duidelijk dat Van Eyck zeer precies en tot in de details schilderde.

 

Dit kunstwerk is zeer belangrijk voor de geschiedenis van de westerse schilderkunst, het is wellicht het vroegste voorbeeld van een Sacra Conversazione. De Sacra Conversazione is een compositievorm in de schilderkunst waarin de Madonna met het kind op een troon zit. Ze is ook altijd in het gezelschap van twee of meer heiligen met wie ze lijkt te praten. De Sacra Conversazione werd veel toegepast door schilders in de renaissance. Op een zeer realistische manier  worden gewone stervelingen en heiligen afgebeeld alsof ze een alledaags gesprek voeren.

 

De man in het wit koorhemd in Madonna met kanunnik is kanunnik Joris van der Paele, die knielt voor Onze-Lieve-Vrouw met het Kind.

Aan de linkerkant  staat de patroonheilige van de kerk, Sint-Donaas. Hij heeft een processiekruis in de linkerhand en zijn fameuze wagenwiel met brandende kaarsen in zijn rechterhand. Deze symmetrische figuren staan compact bij elkaar en zijn omsloten door een zuilengaanderij. De voorste zuilbasissen volgen de perspectief van de vloer niet. Van Eyck maakt voor zijn perspectief gebruik van lokale vluchtpuntgebieden. Daardoor kon hij een zeer natuurlijke ruimteoverspanning laten overkomen, ook al staat de kijker er dicht bij. Hij splitste de ruimte op, zowel in de hoogte als in de breedte, gescheiden door vluchtpunten. Dit was een goed alternatief voor de Italiaanse eenpuntperspectief die enkel voor minder groothoekige ruimten dienstig is.

De symboliek in het schilderij: Maria wordt voorgesteld als een altaar en de troon van Maria als het hoogaltaar, dit is eucharistisch bedoeld. Dat is ook de reden waarom de kanunnik een koorhemd draagt. De taferelen die je aan de kant van Sint-Joris aantreft zijn eerder heroïsch, dit symboliseert het gevecht met het kwaad. De taferelen aan de kant van Sint-Donaas zijn priesterlijk. Als men kijkt naar de twee zuilen achter Sint-Donaas valt het op dat de rechtse zuil lichter is van kleur, wat zorgt voor een symbolische verwijzing naar de heilige strijd en het bloed van Christus. Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe symboliek wordt opgenomen in de werkelijkheid. In het harnas van Sint-Joris wordt de omgeving weerspiegeld. De reflectie van de ramen kan men ook men ook zien in de helm. Ook het rode kleed van Maria worden weerspiegeld in zijn harnas. De figuren in het schilderij vormen kleurblokken: Sint- Donaas vormt het blauwe kleurblok, Madonna is het rode kleurblok, de kanunnik is wit en Sint-Joris vormt het gouden blok. De kleuren goud, rood en blauw waren ook terug te vinden in de wapenschilden van de kanunnik en zijn familie en in de ornamenten van de kapel.

 

Het kunstwerk bevindt zich momenteel in het Groeningemuseum te Brugge.

 

Bestand:Jan van Eyck 069.jpg

 

 


Bibliografie

 

Internet

 

 

24 oktober,     nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Eyck

 

24 oktober,     www.degrootstebelg.canvas.be/dgb_master/100belgen/dgb_vaneyck_jan/index.shtml

 

25 oktober,     www.rijksmuseum.nl/aria/aria_artists/00017278?lang=en

 

26 oktober,     www.historisch-toerisme-bureau.nl/artikelen/janvaneyck.htm

 

26 oktober,     www.statenvertaling.net/kunst/biografie/jan.van.eyck.html

 

26 oktober,     www.oogvanhorus.nl/01_van%20Eyck/01_inleiding.htm

 

26 oktober,     www.kunstbus.nl/kunst/jan+van+eyck.html

 

26 oktober,     www.artchive.com/artchive/v/van_eyck/eyck_margaretha.jpg

 

27 oktober,     www.kunstbus.nl/kunst/vlaamse-primitieven.html

 

28 oktober,     nl.wikipedia.org/wiki/Madonna_met_kanunnik_Joris_van_der_Paele

 

28 oktober,     nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Jan_van_Eyck_069.jpg

 

 

Boeken

 

De Vlaamse Primitieven, Jean-Claude Frère

 

Het Lam Gods Gent, Ludion Gids, Peter Schmidt

 

De eeuw van Van Eyck: De Vlaamse Primitieven en het Zuiden (1430-1530), Ludion

 

De Vlaamse Primitieven, de meesterwerken, Dirk De Vos

 

Van Eyck, Het Lam Gods, Harold Van de Perre

 

Vlaamse primitieven in Brugge, Till-Holger Borchert