Michelangelo


 

Michelangelo

 

 

Inhoudstafel:

 

1.Inleiding

2.Biografie

2.1 Leven

3.Werk

3.1 Beeldhouwwerk

3.2 Schilderijen

3.3 Gedichten

3.4 Vergelijkingen

4.Uitdieping

4.1 Het laatste oordeel

4.2 David

5.Bibliografie

5.1 Boeken

5.2 Internet

5.2.1 Info

5.2.2 Foto's


 

1.Inleiding

 

 Iedereen kent Michelangelo, maar velen kennen zijn achternaam niet: Buonarroti. Dit alleen is al een bewijs dat we hier spreken over een meester. Zoals bij alle kunstenaars kan de biografie en de denkwijzen van de kunstenaar veel van zijn werk uitleggen en kunnen we het zo ook beter begrijpen. Wij proberen een zo volledig mogelijk beeld te geven van wie hij was en wat hij deed, maar uiteindelijk zal dit ook maar een ruwe schets blijven van een grootmeester. 

2.Biografie

 

    2.1 Leven

 

  Portret van Michelangelo door Jacopino del Conte        

 

Michelangelo, voluit Michelangelo di Ludovico di Leonardo di Buonarroti Simoni genaamd, zag het levenslicht op 6 maart 1475 in het Italiaanse Caprese. Hij was de zoon van een magistraat en bracht zijn eerste levensjaren door in het steenhouwerdorpje Settignano. Nog op jonge leeftijd verhuist Michelangelo samen met zijn familie naar Florence. Als 12-jarige gaat hij in de leer bij de schilder Domenico Ghirlandaio. Deze periode was essentieel voor zijn teken- en schilderkunst. Later gaat hij in de leer bij Bertoldo di Giovanni, een leerling van Donatello. Hij leert er de kunst van het beeldhouwen. In deze periode werd ook Michelangelo's neus misvormd na een aanvaring met Pietro Torrigiani, een medestudent. Wanneer hij 19 is, vlucht hij vanuit het politiek instabiele Florence naar Bologna. Daar houdt hij zich op de achtergrond en verdiept zich in de literatuur.

 

In de periode hierna verbleef hij even in Florence, maar vertrekt uiteindelijk naar Rome. Hier wordt hij betoverd door de antieke kunst in Rome en hij zal hier zijn inspiratie ook uithalen. Zijn opdrachtgever is kardinaal Riario die hem uitnodigde om naar Rome te komen. In deze periode maakt hij ook enkele meesterwerken zoals Bacchus enPièta. Toch keert hij nog terug naar Florence waar hij voor de kerkbestuur van de Santa Marie del Fiore de marmeren David maakt. Ook ontstaat de rivaliteit tussen Michelangelo en Leonardo Da Vinci. In 1504 komt dit in uiting wanneer ze fresco's moeten maken in de Palazzio Vecchio. Uiteindelijk worden deze fresco's nooit afgewerkt, wel zijn er kartonschetsen overgebleven. Leonardo, die al 50 was, bekende later zijn meerdere in de veel jongere Michelangelo.

 

In 1505 ontbood paus Julius II hem naar Rome en gaf hem de opdracht een grafmonument voor hem te maken. Hoewel deze paus meer iets voelde voor Rafaël gaf hij de voorkeur aan Michelangelo. Tijdens het maken van de schetsen maakt hij kennis met kerkelijke intriges en grote concurrentie ( bv. met Bramante). Uiteindelijk vertrekt Michelangelo, die zelf bevreesd was voor zijn eigen leven. Het werk zelf werd pas 40 jaar later en na dreiging met processen voltooid en was gedegradeerd tot een simpel kunstwerk. In 1508 verzoenen Michelangelo en de paus zich met elkaar en geeft deze hem de opdracht de Sixtijnse Kapel met grandioze fresco's te versieren. De paus had ook Rafaël en andere rivalen rond hem verzameld waardoor ce concurrentie weer hoog opliep. Rafaël was Michelangelo's aartsrivaal en ook tegenbeeld: Rafaël had een heel entourage leerlingen rond zich terwijl Michelangelo liever alleen werkte. Ook staken weer oude ruzie's met de paus de kop op en Michelangelo veranderde de plannen voor de fresco's. In 1812 beëindigde hij de werken in de Sixtijnse Kapel ( het wand- paneel met Het Laatste Oordeel nog niet) en de jaren hierop houdt hij zich vooral bezig met architectonische opdrachten en beeldhouwkunst ( bv. de Medicikapel)

Schepping van Adam ( Sixtijnse Kapel)

 

In 1533 krijgt hij de opdracht van paus Clemens VII Het Laatste Oordeel te schilderen. Het werk vorderde goed maar werd pas in 1541 offieel onthuld. Deze onthulling ging gepaard met hevige protesten tegen het vele naakt in het werk. Na deze periode begint de gezondheid van Michelangelo al wat achter uit te gaan. Zijn leven fleurt nog wat op na de ontmoeting met Vittoria Colonna. Zij brengt religie in zijn leven en hij heeft een grote bewondering voor haar, die hij ook uitte in gedichten. Sommige werken van hem in deze periode zijn hier ook aan gewijd.

Michelangelo krijgt nog wat opdrachten maar zal uiteindelijk aan het bed gekluisterd worden. In 1555 wordt hij beschuldigd van lutherse ketterij en zijn briljante werken in de Sixtijnse Kapel worden aangevuld met kleren voor het veelvuldig naakt. Door hoge koorts sterft Michelangelo Buonnarroti in 1564 en hiermee één van de grootste kunstenaars ooit.

 

 

 

3.Werk

    3.1 Beeldhouwwerk

 

 

Hoewel Michelangelo bovennatuurlijke prestaties neerzette als schilder en architect, beschouwde hij zichzelf op de eerste plaats toch als beeldhouwer. Hij beschikte over een enorme technische vaardigheid waardoor het leek alsof hij zowaar tekende op of in steen. Donatello en Masaccio waren zijn grote voorbeelden.

Tijdens zijn loopbaan als beeldhouwer vormde de heroïsche mannelijke figuur het belangrijkste onderdeel van zijn werken. Zijn handelsmerk als het ware, was het contrapposto (ook contrapost genoemd), of de gedraaide houding. Oorspronkelijk werd de benaming contrapposto gebruikt voor figuren waarvan het gewicht hoofdzakelijk op één been steunt zodat een gevoel van spanning en tergelijkertijd ook ontspanning bereikt werd.

Michelango zelf beschreef het beeldhouwen als 'de kunst om materiaal te verwijderen'. Hij begon vooraan het blok marmer te hakken en werkte zo naar achteren toe en geloofde dat hij zo uit het blok een gevangen, bestaande figuur bevrijde.

Enkel als het concetto, of het idee van te voren in gedachten had, helemaal gerealiseerd was, was het werk voltooid in Michelangelo's ogen.

 

De voorkeur van Michelangelo ging uit naar het marmer uit de groeve van Carrara. Hij vond deze steen de beste omwille van zijn zuiverheid en de mooie witte kleur. Om zeker te zijn van een prima blok marmer bracht Michelangelo himself maanden door in de groeve om richtlijnen te geven voor het uithakken en vervoeren van wat later nog maar eens een meesterwerk zou worden.

 

3.2 Schilderijen

Michelangelo zag schilderen nooit als zijn grootste passie en zei ook dat hij zeker niet de beste was. Toch kunnen we zeggen dat Michelangelo een meester was in het frescoschilderen. Alleen al een wandeling door de Sixtijnse kapel is veelzeggend. Zoals al eerder vermeld, leerde Michelangelo de technieken van het frescoschilderen van Ghirlandaio. Michelangelo paste de techniek van het 'buon fresco' toe. Het paste beter bij zijn manier van werken, namelijk heel snel en op enorme schaal, dan het fresco secco waarbij op een droge pleisterlaag wordt geschilderd.

In de renaissance vond men het buon fresco een moeilijker en daardoor ook edelijker manier van schilderen dan het fresco secco. Bij het buon fresco worden ten eerste minstens twee kalklagen op de muur aangebracht. Over die twee grondlagen wordt een derde laag gepleisterd, de intonaco genaamd. Die intonaco wordt in gedeeltes aangebracht. De oppervlakte van de aangebrachte intonaco komt overeen met de oppervlakte die de schilder in een dag kon schilderen. Dit was zo omdat de verf op een vochtige ondergrond moest geschilderd worden zodat de waterverf diep kon indringen. Deze methode zorgde ervoor dat het fresco minder snel afschilferde en de kleuren helder waren. Toch schilderde Michelangelo niet alleen fresco's, de Tondo Doni is hier een mooi voorbeeld van.

 Tondo Doni( tempera op hout)

Michelangelo was niet geïnteresseerd in het schilderen van portretten en landschappen. Dat paste namelijk niet bij het denkbeeld van de renaissance, die de mens als de maatstaf van alle dingen, het centrum van het universum, beschouwde.

   

3.3 Gedichten

Michelangelo deed aan poëzie in zijn (weinige) vrije tijd. Hij bestudeerde Dante en werd ook geïnspireerd door Bocaccio en Petrarca. Zijn gedichten zijn lyrisch en gaan vaak over de dood omdat hij vond dat gedachten aan deze mensen beschermde van gevoelens. Hij was van mening dat grote kunst ontstaat door zo weinig mogelijk te genieten van levensgeluk. Zijn Rime, bestaande uit sonnetten en madrigalen, gaat dan ook meestal over de dood en verdriet.

In 1536 leerde Michelangelo Vittoria Colonna kennen. Vittoria Colonna was een vrome dichteres die zich na de dood van haar echtgenoot uit het sociale leven had teruggetrokken. Ze was van mening dat ze in alle rust God beter kon dienen. Michelangelo maakte een aantal prachtige tekeningen voor haar en wisselde ook geregeld brieven en gedichten met haar uit. Michelangelo beschouwde haar als zijn muze. Het volgende sonnet schreef hij aan haar:

 

Gedicht voor een Dichteres

 

De grootste kunstenaar kan niets

verzinnen dat niet vooraf al in steen

bestaat, maar als zijn hand niet met

zijn geest meegaat zal hij het nooit van

't ruwe marmer winnen

 

Zo schuilt in u, o hemelse godinne,

zowel wat ik verlang als wat ik haat,

maar 't is of ik alleen maar stuit op 't

kwaad wanneer ik 't goede in u

probeer te ontginnen

 

En de oorzaak an mijn droeve

onvermogen ligt niet bij 't harde lot

dat mensen tart, noch bij uzelf en 't

stralen van uw ogen, maar slechts

bij mij, want ik kan uit uw hart,

dat zowel dood bevat als mede-

dogen, niets halen dan slechts

dodelijk smart. (Rime, 151)

 

3.4 Vergelijkingen

 

 

 

(Het tolgeld, Masaccio)

Hoewel Masaccio (1401-1428) reeds op jonge leeftijd stierf, had hij een enorme invloed op kunstenaars die na hem kwamen. Hij bezorgde de schilderkunst een nieuwe frisse toets wat betreft massiviteit en drie-dimensionale vormen met zijn beheersing van licht en perspectief.

Bij de eerste tekeningen van Michelangelo zitten kopieën van figuren uit dit wonderlijke fresco.

(Marcus, Donatello)

Donatello (1386-1466) was de grootste Italiaanse beeldhouwer vóór Michelangelo. Hij had dan ook een enorme invloed op het werk van Michelangelo. De krachtige, maar tegelijk ontspannen houding van Marcus, steunend op z'n rechterbeen, vind z'n weerklank in de David van Michelangelo.

 

 

 

4.Uitdieping

 4.1 Het laatste oordeel

Het laatste oordeel

 

Hij kreeg de opdracht voor dit werk in 1533 en begon er echt aan te werken in 1535. Wel veranderde de opdrachtgever want Clemens VII stierf in 1534, maar zijn opvolger Paulus III had een grote bewondering voor Michelangelo en hij kon dus verder werken. Michelangelo keert voor de weergave van zijn werk terug naar de middeleeuwen waar geen diepte of perspectief was en de ruimte rond de personages onbelangrijk. Hij plaatste Jezus (rechter) en Maria, die zeer jong afgebeeld wordt, in het midden volgens de christelijke traditie. Toch kan je ook zien dat Michelangelo geïnspireerd werd door Dante en zijn Divina Commedia door Charon en Minos als prominente figuren in de Hel te plaatsen. Toch brak Michelangelo met tradities omdat hij maar een beperkt kleurenspectra gebruikte. Ook wijkt Michelangelo af van de traditionele manier om dit tafereel af te beelden. De aarstengel Michaël ontbreekt waardoor er ook een splitising ontbreekt tussen verdoemden en zaligen (Volgens de traditie woog de aartsengel Michaël de zielen en besliste zo wie verdoemd was en wie niet.). De echte zaligheid ontbreekt zodat het geheel weemoedig stemt, het lijkt of alles hopeloos is, zelfs in de hemel. Alle figuren heeft men nog niet kunnen identificeren, maar tijdens het identificeren ontdekte een Itialiaanse arts dat de huid die de heilige Bartolomeüs draagt een zelfportret zou kunnen zijn van Michelangelo. Volledig bewijzen kan men dit nooit maar het wordt wel algemeen aangenomen. Toen dit grootse werk in 1541 officieel ingewijd werd, kwam er veel protest door het vele naakt. Gelukkig trad paus Paulus III hier op als beschermheer ( hij zou later zelfs de al wat oudere Michelangelo nog opdrachten geven en benoemde hem zelf tot opper-bouwmeester.). Jammer genoeg viel Michelangelo uit de gratie toen hij beschuldigd werd van ketterij en werden er later door onder andere een oud-leerling van Michelangelo broeken bijgevoegd. Toch kunnen kunnen we de grootsheid van dit werk ontkennen en kunnen we zeker zeggen dat één van de (vele) pareltjes is van Michelangelo.

 

4.2 David

 

David

In 1501 keerde Michelangelo terug naar Florence waar hij aan een van zijn grootste officiële opdrachten zou beginnen. In de werkplaats van de kathedraal bevond zich een blok marmer van maar liefst zes meter hoog, erg smal een bovendien reeds beschadigd. Het blok liep die schade op toen, veertig jaar daarvoor, een andere kunstenaar reeds begonnen was een figuur uit te hakken, maar het uiteindelijk opgaf omdat hij niet in zijn doel was geslaagd. Michelangelo echter overwon deze moeilijkheden en slaagde erin de figuur van David in perfecte anatomische verhoudingen uit het marmer te hakken. De opdracht tot het maken van de David werd gegeven door de stad Florence als een symbool van republikeinse waarden zoals moed en standvastigheid.

De Davidfiguur wordt beschouwd als een van de meest monumentale maar ook meest rustige en serene beelden uit de kunstgeschiedenis. Het is, ondanks zijn grootte, geen overdonderend beeld.

 

De naakte David kijkt, in de tijdens de renaissance zo typische contrapostohouding, naar de reus Goliath. Het was Davids opdracht om Goliath te verslaan in de strijd tegen de Filistijnen. Op de schouder draagt David een slinger, waarmee hij Goliath zou uitschakelen. Maar die slinger is onopvallend weergegeven, om uit te beelden dat Davids overwinning een was van verstand, niet van brute kracht. De blik is gefixeerd op Goliath, zijn tegenstander.

Met brute kracht kan de kleine David de reus Goliath niet verslaan. Enkel met zijn verstand maakt hij een kans. Het verhaal van David en Goliath stamt uit het Oude Testament en is reeds lange tijd een symbool voor macht en voor de overwinning van het deugdelijke op het ondeugdelijke.

Michelangelo beeldde zijn David uit in een rustsituatie. In de stilte voor de storm. David bevindt zich in uiterste concentratie om weldra zijn slag te slaan en Goliath de das om te doen. Hierin verschilt de David van Michelangelo met de David van zowel Verrochio als van Donatello. Het tafereel van Michelangelo speelt zich immers niet na maar vóór de strijd af.

 

 5.Bibliografie

5.1 Boeken

 

 

 

 

5.2 Internet

 

5.2.1 Info

 

 

 

5.2.2 Foto's